Er wordt me regelmatig de vraag gesteld hoe ik te werk ga of wat mijn manier is om paarden zadelmak te maken. Om heel eerlijk te zijn, kan ik daar vreemd genoeg geen pasklaar antwoord op geven. Zelfs iedere keer als ik herbegin is het "anders", simpelweg omdat ieder paard wel een paard is, maar tegelijk ook anders is. Niet enkel is ieder paard verschillend van kleur, bouw en fokrichting maar ook ieder paard heeft een eigen karakter, andere gevoeligheden, andere noden en behoeften en daaruit volgend dus ook een andere manier van voorbereiding en benaderen.
In het wild is het de leidende merrie die onderling vertrouwen opbouwt, door voor haar kudde te zorgen: ze zorgt dat de kudde voldoende te eten krijgt, dat de kudde veilig is door te alarmeren als er onraad heerst of op komst is, ze zorgt ervoor dat er balans is tussen de leden van de kudde, ze beschermt en verdedigd haar kudde (ze moet dus liefdevol en zorgzaam zijn maar daarnaast ook correct, om ervoor te zorgen dat ieder lid van de kudde tot zijn/haar recht komt),...
Ze is hierdoor een leider die gerespecteerd en vertrouwd wordt, de kuddeleden kijken naar haar op.
Door paarden meer en meer uit hun vertrouwde natuur te halen en ze enkel nog gedomesticeerd te houden: de verwachting er is dat paard en mens samen leven, dat het paard dingen doet in opdracht van de mens (die niet eens tot de natuur behoren van een paard), moeten we zelf als mens deze goede leider worden. Als er sprake is van een goede leider, begint het vertrouwen en ontstaan er kansen.
Zo krijg ik respect en vertrouwen, een paard is hier bij mij geen nummer, het krijgt een naam, het paard krijgt van mij het gevoel mijn once in a life time paard te zijn... En dan komt het punt dat ze niet langer wild zijn. Dan kan ik verder met leiden, met druk en loslaten, met touwwerk, met hoepels, kegels en andere voor het paard vreemde materialen en geluiden, gevolgd door het hoofdstel, zadel en bestijgen. Ik werk aan dingen die het paard afschrikken en ik bouw vertrouwen op. Dat is de reden dat ik voor het paard allerlei rare dingen aanbreng. Van alles om ze aan het denken te zetten, om alle gevoelens van angst en twijfel te overwinnen. Het paard leert op deze manier iedere keer iets bij en leert vooral vertrouwen.
Elk trainingsprogramma is ontworpen om sterktes en zwaktes te testen en te ontdekken van het desbetreffende paard. Het is fijn en geruststellend om te weten dat het paard goed voorbereid is, dat ik al het nodige werk gedaan heb en ik nog steeds die speciale band heb als ik erop zit.
Het paard breken is een foute term, geef het paard een goede ervaring voor de toekomst. Je kan paarden breken maar dat houdt in dat je hun ziel breekt en dat mag het geval niet zijn. Als je ze breekt worden ze ongelukkig en zal het resultaat nooit langdurig en alles behalve waardevol zijn. Op eender welk niveau van training blijft het breken of forceren van een paard zorgen voor moeilijkheden en problemen. Ik ga liever voor een happy athlete, jij toch ook?